De Polyvagaal Theorie

Wat is de polyvagaal theorie?

De polyvagaal theorie benadrukt de rol die het autonome zenuwstelsel, in het bijzonder de nervus vagus, speelt in ons gedrag en onze gezondheid. Stephen Porges ontwikkelde deze theorie en hij presenteerde deze voor het eerst in 1994. De theorie beschrijft de 3 fysiologische/psychologische staten die ten grondslag liggen aan ons dagelijks gedrag.
De polyvagaal theorie wordt ook wel de wetenschap van veiligheid genoemd. Hoe kunnen wij ons veilig voelen en daarmee fysiek en mentaal gezond zijn? En hoe is dit merkbaar in emoties en gedrag, evenals in het functioneren van ons lichaam.

De 3 basis principes van de polyvagaal theorie:

In de polyvagaal theorie zijn 3 belangrijke principes te onderscheiden:

  • Hiërarchie: de biologische hiërarchische reactiepatronen van ons autonome zenuwstelsel (AZS)
  • Neuroceptie: het onbewust waarnemen van de interne en externe omgeving
  • Co-regulatie: de interactie in sociaal verband

De hiërarchie van het autonome zenuwstelsel

Het autonome zenuwstelsel wordt onderverdeeld in het parasympathische en het sympathische deel. Grofweg kan gezegd worden dat het sypathische deel van autonome zenuwstelsel zorg voor meer energie en actie en het parasympathische deel voor meer inactiviteit en ruimte voor herstel. Het parasympathische deel van het autonome zenuwstelsel verloopt (grotendeels) via de Nervus Vagus.

Stephen Porges heeft in zijn polyvagaal theorie beargumenteerd dat het parasympathische deel uit 2 te onderscheiden systemen bestaat, de ventrale en de dorsale vagus, die beide uit andere kernen in de hersenstam ontspringen. Het ventrale deel van de nervus vagus innerveert het deel van het lichaam boven het middenrif, het dorsale deel van het lichaam het deel onder het middenrif. Daarmee wordt het autonome zenuwstelsel niet meer in 2 maar in 3 te onderscheiden delen verdeeld; ventraal, sympathisch en dorsaal.

Als mensen zich veilig voelen dan is het autonome zenuwstelsel in balans, waarbij ook het ventrale deel van de nervus vagus tot expressie komt. Dan hebben we mimiek, moduleert onze stem, kunnen emoties er zijn zonder ons te overspoelen, kunnen we creatief zijn of leren en functioneren onze organen goed.

Als we ons niet meer veilig voelen zal in eerste instantie er meer sympathische activatie zijn. Er wordt energie in het lichaam gemobiliseerd, met versnelling van de hartslag en ademhaling en toegenomen spierspanning. We staan klaar om te kunnen vechten of vluchten. Maar tegelijkertijd lukt het minder goed om je in andere mensen te verplaatsen en je kunt je niet meer goed ontspannen.

Als we ons helemaal onveilig voelen, zozeer dat het als levensbedreigend wordt waargenomen, dan neemt het laatste systeem het over, het dorsale deel van de nervus vagus. We komen in een staat waarin we afschakelen en energie besparen. Het denken gaat traag, evenals hartslag en ademhaling. We bewegen minder of trager en komen in een soort ‘wachten tot de storm over is gewaaid’.

Neuroceptie

Porges introduceerde het begrip neuroceptie in 2003. Naast perceptie, het waarnemen met onze zintuigen hebben wij de beschikking over neuroceptie, een 24/7 actief onbewust scansysteem dat zich richt op het scannen van situaties: is het veilig of onveilig? Vermoedelijk zijn meerdere kernen in de frontale hersenkwabben hierbij betrokken.

Mensen zijn sociale wezens. Wij scannen voortdurend gezichtsuitdrukkingen en situaties om ons heen. Onze eerdere ervaringen kleuren onze verwachtingen vanaf onze vroegste jeugd. Zo kan bijvoorbeeld een boze blik, een toon, een beweging van een collega al leiden tot een alerte staat en een vechtrectie, vluchtreactie of dissociatieve reactie geven. Deze reactie is onbewust. Wij kunnen ons van deze lichamelijke en emotionele reacties bewust worden en deze leren om te buigen.

Coregulatie

Als mensen kunnen wij vanaf onze geboorte alleen overleven in contact en afstemming met een ander. Dat vormt onze eerste sociale patronen, die een steeds complexere vorm krijgen naar mate wij meer ervaringen opdoen. Een ouder kan de huilende baby co-reguleren, door middel van kalmeren met wiegen, zachte geluidjes of aanraking. Zo kan de stresstoestand van de baby weer in de richting van de ventraal vagaal actieve staat bewegen. Co-regulatie breidt zich uit naar de rol van leraren voor de klas, vrienden, onze werkomgeving etc.

Co-regulatie zorgt dus voor bescherming van het individu en zo ook van de groep waar we in leven. Zo kunnen wij optimaal gebruik maken van onze talenten. Wanneer wij echter vaak alert moeten zijn, onze co-regulerende mensen/dieren beperkt beschikbaar zijn, zullen wij minder beschikking hebben om in rust onze talenten te gebruiken. Wij komen dan tot minder prestaties, de energie gaat naar overleven in plaats van leven.